0
Dinner

Vol au vent met knolselderfrietjes

Nog een klassieker die we graag op een gezonde wijze aan tafel serveren.

Hier vervangen we ook weer de gewone saus door een bloemkoolsaus. Meteen een portie extra groenten. Ook voor de frietjes gebruiken we groenten. Dit keer met knolselder maar ook heel lekker met pastinaakfrietjes. 

Ingrediënten voor 4 porties

Voor de frietjes:

  • 1 knolselder
  • 1 eetlepel kokos- of amandelmeel
  • gedroogde tijm
  • peper en zout
  • bakpapier

Voor de vol au vent:

  • peper 
  • zout
  • olijfolie
  • 4 wortelen, geschild en in schijfjes gesneden
  • 1 ui, fijn gesneden
  • 2 teentjes look, fijngesneden
  • 500g champignons, in schijfjes gesneden
  • 600g kippenhaasje
  • 1 l water
  • 1 kippenbouillonblokje
  • 2 blaadjes laurier

Voor de bloemkoolsaus:

  • 1 grote bloemkool
  • 200ml bouillon (verkrijg je na het koken van de kip)
  • Snuf nootmuskaat
  • Snuf zout
  • scheutje olijfolie
  • 50ml  amandel of kokosmelk
  • 1/2 limoen

Maak hier gelijk ook al een dubbele portie zodat je er 2 dagen van kan genieten.

Werkwijze

Frietjes:

Verwarm de oven voor op 225°C. Schil de knolselder, snij ze in frieten.

Doe de knolselderfrietjes  in een grote pot met koud water. Breng aan de kook.

Laat ze in totaal zo’n 10 minuten in een gesloten pot zitten. Giet ze dan af en leg ze op een schone doek. Dep ze voorzichtig droog.

Doe ze terug in de pot en bestrooi met peper, zout, tijm en de kokosbloem. Schud alle ingrediënten goed door elkaar.

Verdeel de frietjes over een bakplaat met bakpapier. Zorg ervoor dat de frieten allemaal op de bodem liggen en niet over elkaar heen, anders worden ze niet knapperig.

Bak in de oven voor 25 minuten tot ze mooi goudbruin en knapperig zijn. Roer af en toe eens om.

Begin ondertussen al aan de vol au vent. Haal de frietjes uit de oven zodra ze klaar zijn en zet apart.

 

Voor de vol au vent:

Stoof de ui en look in olijfolie aan in een grote pan of kom.

Als de ui glazig is, voeg je er de champignons en wortelschijfjes aan toe. Kruid met peper en zout. Voeg er de laurierblaadjes aan toe. Laat nog 15 min verder stoven op een laag vuurtje.

Zet een pot met water en het kippenbouillonblokje op het vuur. Snij de kip in stukjes en voeg het aan het water toe. Pocheer 5 a 6 minuutjes net onder het kookpunt. Zo blijft de kip mals.

Schep de kip uit de bouillon en zet apart. Hou de bouillon voor straks in de bloemkoolsaus.

 

Bloemkoolsaus:

Breng water aan de kook en voeg er de bloemkool aan toe. Kook tot je de bloemkool makkelijk met een vork kan doorprikken.

Giet het kookvocht weg en voeg de gare bloemkoolroosjes toe aan de blender samen met 200ml kippenbouillon, sap van 1/2 limoen, nootmuskaat, zout en amandelmelk en olijfolie. Blend tot een gladde massa.

Giet de bloemkoolsaus bij de worteltjes en champignons. Voeg er de kippenblokjes aan toe. Roer alles om.

Schep op een bord samen met de knolselderfrietjes. 

 

SMAKELIJK!

 

Naar het recept van Sandra Bekkari en de knapperige frietjestip van Healthy Habits Celien.

 

Print Friendly, PDF & Email

You Might Also Like...

Geen reacties

    Laat een reactie achter


    De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.